Interview met Rafael Villalobos

Wanneer een schouwburg een schuilplaats wordt

do 25 apr 2024

R Villalobos

Regisseur Rafael R. Villalobos toont met zijn versie van Iphigénie en Tauride dat de klassieke tragedie over de ontwrichtende gevolgen van oorlog niet alleen tijdloos maar ook brandend actueel is.

‘Theater moet vertrekken vanuit je kindertijd, vanuit je gedeelde toekomst, vanuit je gedeelde verleden: vanuit al die vragen naar wat er gemeenschappelijk is. Die vragen moet je jezelf stellen binnen je eigen cultuur, binnen je eigen samenleving.’

Peter Sellars


Dit verhaal van Iphigeneia – voor het eerst opgevoerd in 1779 en gebaseerd op de gelijknamige tragedies van Euripides en Claude Guimond de la Touche – toont hoe grensconflicten families ontwrichten en hoe de verschillen vervagen tussen wat militair en burgerlijk is, tussen wat publiek en privé is. Het verhaal gaat over een broer en een zus die van elkaar gescheiden zijn op politiek, ruimtelijk en mentaal vlak. Ze vluchten en lijden allebei en storten zich halsoverkop in een tragedie die geboren is uit blinde ideologieën. De catastrofe wordt op het laatste nippertje afgewend door een verlossend inzicht en de tussenkomst van Diana. Ze is een deus ex machina die de onafwendbare keten aan gevolgen verbreekt – zoals ze al eerder deed toen ze Iphigeneia ervoor verhoedde door haar vader, Agamemnon, eigenhandig geofferd te worden.

Zoals met elke productie die teruggaat op een klassieke tragedie, proberen we te focussen op het universele karakter van het verhaal. Dit scenario heeft zich door de eeuwen helaas al zo vaak opnieuw voltrokken op zoveel plaatsen in de wereld. We proberen niet in clichés of al te specifieke verwijzingen te vervallen.

‘Hoe kun je nu niet denken aan al die families met Russisch-Oekraïense roots die zich plots moeten opstellen aan weerszijden van een oorlog en die gedwongen worden tot de gruwelijkste broedermoord?’

Creatieprocessen worden daarnaast soms sterk beïnvloed door de actualiteit die de makers omringt. Hun sociale en politieke realiteiten sijpelen door in hun werk. Zo bekeken, en in de wetenschap dat we in 2022 aan dit project werkten: hoe kun je Iphigeneia’s wereld in kaart brengen – gelegen in Tauris, dat zich uitstrekt van de Krim tot aan de oblast Donetsk – en tóch wegkijken van het conflict in Oekraïne? Hoe kun je nu niet denken aan al die families met Russisch-Oekraïense roots die zich plots moeten opstellen aan weerszijden van een oorlog en die gedwongen worden tot de gruwelijkste broedermoord?

Van al het vreselijke oorlogsnieuws blijft vooral het bombardement op het theater van Marioepol me achtervolgen. Toen de Russische strijdkrachten hun stad belegerden, hielden honderden inwoners er zich schuil en het theater werd zo hun tombe. Het theater, de tempel waarin de grote, klassieke tragedies de mensen aan het denken hadden gezet en de fundamentele pijler van de democratie al sinds de stichting van Athene: voor die groep vrije burgers was het eerst een bunker geworden en vervolgens een grafzerk.

Hoewel de zoektocht naar het universele ons dus wegvoert van anekdotes of concrete getuigenissen van het eigenlijke conflict, is het verhaal over het Marioepol-theater (net zoals de gijzeling in het Doebrovka-theater in Moskou door geradicaliseerde Tsjetsjenen zo’n twee decennia eerder) een krachtig en (pijnlijk) relevant vertrekpunt gebleken voor deze hedendaagse tragedie die zich afspeelt in een theaterzaal.

Na een opvoering van Iphigeneia in Aulis (waar ons stuk het vervolg op is) breekt een oorlog uit en de toeschouwers zien zich genoodzaakt van de schouwburg hun schuilplaats te maken. Orestes en Pylades zijn twee personages die duidelijk gebukt gaan onder wroeging over alle begane gruweldaden. Wanneer zij gevangengenomen worden, raakt Iphigeneia met zichzelf in de knoop. Ook zij is een gevangene, zij het in een gewijde ruimte, en ze schippert tussen haar krijgsplicht die voor moraal moet doorgaan – mag je die twee ooit verwarren? – en haar diepste overtuigingen.

Wat is vandaag, in onze samenleving, de functie van theater als genre en van een theater als plek? Hoe moeten we in het nu omgaan met de tragedies van Euripides, Racine of Gluck? Deze productie probeert een mise-en-scène te ontstijgen en een metafoor te scheppen voor het theater – in de vele betekenissen van dat woord – als een vrijwaring van democratische waarden.


Foto © Sonia Espigares

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Volg ons